13 – Isla Ons, de Ria de Vigo in naar Vigo, Isla Cies en als laatste Baiona .

We zien nu meer van de Ria dan op de heenweg toen het zo’n slecht zicht was. Nu zien we de vis kweek eilanden en de echte eilanden. 

Het is een prachtige dag geworden, alleen zit de wind niet helemaal in de goede hoek en gaan we motor zeilend verder.

De IImpuls heeft de laatste boei maar deze ligt eigenlijk te dicht bij zijn buurman en voor hen was het geen rustig nachtje. Je weet nooit hoe de wind gaat waaien en of je dan wel vrij van elkaar blijft liggen. Isla Ons en Isla Cies zijn erg toeristisch eilanden waar elke dag vele boten met nieuwe bezoekers aankomen en weer vertrekken.

 

Wij hebben heerlijk geslapen. Maar er waren er meer die niet lekker lagen. Want s’ morgens was al snel bijna iedereen vertrokken. Wij vertrekken ook, de IImpuls blijft nog liggen.                          Drie vuurtorens op de zuidkant van Isla Ons, allemaal met verschillende lichten die allemaal hun eigen betekenis hebben. Het is geen nacht en we hebben prima zicht dus voor ons van geen betekenis.

Het is weer een prachtige dag en op de fok zeilen we langs de Ria Ponteverde die we niet invaren. Deze Ria slaan we over, we gaan door naar de Ria de Vigo en daarvandaan de brug onderdoor om daar een paar dagen te ankeren.

We passeren Isla Cies het laatste eiland dat voor de monding van een Ria ligt. De wolkjes boven zee zijn opgelost en de zon laat zich in alle glorie zien.

We gaan naar Vigo, de grootste stad van Galicië. Het is de laatste Ria in het noorden van Spanje, de volgende bestemming is Portugal.          We passeren eerst de grote havens waar veel industrie is en dan komt de stedelijke bebouwing.

Wij liggen aan de eerste stijger rechts op de foto bij het Repsol benzine station, een mooie plek tot ze gaan verbouwen en bezig gaan met slijpers. We vinden later veel roest op ons polyester dek. 

Je heb vele jachthavens in Vigo, wij kiezen voor de Marina in de stad. Deze is rustig maar wel indrukwekkend. Wij krijgen een plaats in de oude haven maar er worden hier ook nieuwe plekken bijgebouwd.

De haven wordt uitgebreid zoals zeer veel havens in Spanje. Deze haven bestaat al uit drie gedeeltes en nu komt er nog een groot gedeelte bij. Hier vandaan gaat ook de ferry naar de eilanden Ons en Cies waarvan het grootste gedeelte dezelfde dag weer terugkomen. Heel de morgen staan er lange rijen mensen die allemaal een dagje naar de eilanden gaan. Daar kun je dus over de hoofden lopen.                Wij lopen langs de rij om bij de Blue’s te komen.

Het club gebouw is in de vorm van een schip gebouwd met veel gemeenschappelijke ruimtes als, lees, t.v. en speel ruimte met tafeltennis en voetbalspel en nog veel meer. Het restaurant en bar is in het ronde gedeelte op de eerste verdieping met er omheen en groot terras waar je zowel in de zon als in de schaduw kan zitten. . Naast het hoofdgebouw hebben ze nog een gebouw met een zwembad, nu helaas zonder water want het wordt gerenoveerd. Er is ook een sauna en een fitness ruimte. Pech hebben wij, we hebben dit jaar nog weinig gezwommen.

Vigo heeft veel moderne kunst geplaatst in parken en andere plaatsen, mooie en minder mooie maar die zet ik niet op de foto!

Het meest bijzondere kunstwerk is El Sireno, de Merman of vis man, het is het monument bij uitstek van Vigo. Dit beeld, van de Galicische kunstenaar Francisco Leiro is een symbool van het moderne Vigo. Zijn stijl en de zeer hoge sokkel waarop hij staat, maken het tot een indrukwekkend kunstwerk. De sculptuur werd in 1991 geïnstalleerd en vertegenwoordigt een denkbeeldig personage, een hybride van vis en mens. Sindsdien is het een van Vigo’s meest representatieve monumenten geworden vanwege zijn opvallende moderniteit en hoe het de stad weerspiegelt, die het vanaf zijn verhoogde locatie in de gaten houdt.

 

Het oude gedeelte van de stad is lelijk met veel bouwval. Het andere gedeelte heeft mooie plekjes maar het is daar erg druk. Er zijn wel een paar kleine straatjes met Spaanse winkeltjes, maar met veel van hetzelfde.  Op het plein is het tijd voor een drankje en we nemen er wat tapas bij  en dat is gelijk een hele maaltijd.

                Altijd mooi kunst in de openbare ruimte. 

Tussen twee winkel panden zijn meerdere roltrappen die je helemaal naar boven de heuvel opbrengt naar een oud fort.

Via kleine straatjes en een grote boulevard kom ik weer bij de waterkant.                                                                                                                       Nu we nog in Spanje zijn willen we het er even van nemen en gaan we ’s avonds nog eens genieten van de Spaanse delicatesse en deze paella is ook nog erg lekker!

Na al de drukte van de grote stad gaan we weer even voor rust en varen we onder de brug door naar het einde van de Ria. Het lijkt een groot meer met één voor anker liggend zeilschip. Het is een Nederlander uit Harlingen. Hij is zeven jaar geleden uit Nederland vertrokken, hier aangekomen en nooit meer verder is gegaan.  Hij is van vertrekker een blijver geworden. Af en toe chartert hij wat maar meestal is hij bezig met het opknappen van zijn boot. Hij kwam langs om een drankje te drinken maar vooral om een praatje te maken, weer een keer Nederlands spreken. Het werd een gezellige avond.

Ook van hier een prachtig uitzicht op het spiegel gladde water en de brug. We genieten volop van de rust, lekker lezen en niets doen. Hier geen hoge flats geen kranen en werven en drukke scheep vaart, maar kleine dorpjes en groene hellingen. Heerlijk die uitgestrektheid en na 19.00 u. is de Ria bijna voor ons alleen.

Na 3 dagen gaan we anker op en de brug weer onderdoor om naar de mondig van de Ria Vigo te gaan, naar Isla Cies.       We hebben eerst geen wind dan een klein beetje wind en als we bij de monding van de Ria komt er veel wind. Hopelijk liggen we rustig om de hoek.         We worden nog voorbij gestoven door een snelle dame. Wat is het toch mooi zo’n wedstrijdschip voorbij te zien komen.

We gaan voor anker bij het grootste eiland van de Isla Cies bij de Praia de Rodas. Het eiland is groter dan Isla Ons maar het is minder bebouwd.

De volgende dag zwem ik naar het strand toe, voor een dag heeft het geen zin om de bijboot op te blazen, gelukkig heb ik mijn waterschoenen aan zodat ik ook even een wandeling kan maken en foto’s nemen. Wil je hier overnachten dan is er een camping.

We verlaten het eiland weer om naar de laatste haven in Noord Spanje te gaan, het is Baiona of Bayona, in het Galicisch. Het is een mooi zeiltochtje naar Bayona en het binnenvaren geeft een prachtig zicht over het kasteel en de skyline van de stad.

We passeren de blikvanger van Bayona, de replica van het karveel “la Pinta”.    In maart 1493 voer de “Pinta”, één van de drie schepen waarmee Christoffel Columbus de ontdekkingsreis maakte naar de “Nieuwe wereld America”, in Bayona binnen. In Spanje worden voornamelijk de gezagvoerder van de Pinta, Pinzón  hiervoor geëerd. Vermoedelijk omdat Columbus een Portugees in Spaanse dienst was.                                                                                                      De Kelten stichten hier hun eerste nederzetting.                                                       De stad behoort tot de oudste van Spanje en kreeg in de 7e eeuw stadsrechten en protectie van de Spaanse koning Alfonso IX

 

Het is een toeristische stad met een middeleeuws historisch centrum gelegen aan de outlet van de baai van Vigo. In de zomer neemt het aantal inwoners hier flink toe en dat is nu ook merkbaar maar ik vind dat wel gezellig. Er zijn gezellige pleintjes, barretjes en terrassen.

Wij zoeken een plek in de grote haven en gaan gelijk de omgeving verkennen.

 

Vanuit de haven staan we direct op een lange boulevard waarvan men zegt dat het de mooiste van de Rías Baixas is hij loopt langs de haven de stad en verschillende stranden. Maar wij lopen liever de stad in.

We doen wat boodschappen in een mooie winkelstraat waar ook een markthal is. Daarna vinden we in een van de smalle straatjes een pleintje bij de kerk en dat wordt ons favoriete terras waar we s’ morgens koffie en s’ middags wat anders drinken.

De belangrijkste bezienswaardigheid in Baiona is het Fortaleza de Monterreal, een fort op het schiereiland, Monterreal. Het is een oude vesting die zijn oorsprong vond in de 2de eeuw.  De Spaanse koning Alfonso IX, gaf het fort in de 9e eeuw een ommuring van 3000 meter waarvan de bouw tot de 17de eeuw duurde.    Dit was vroeger een koninklijk fort, dat nu is omgetoverd in een Parador.

We maken een prachtige wandeling rondom de muren van het kasteel met allerhande doorkijkjes en voor een perfect uitzicht over de kust.

Eindelijk vinden we een restaurant met Percebes op de kaart. Sinds Belle-Îlle waar ik voor het eerst een onbekende schelp achtige zag ben ik op zoek naar wat dat was. Ik keek bij verschillende restaurants in de vis vitrine of ik die rare pootjes zag liggen. Uiteindelijk hoor ik dat ze Percebes heten en zelfs een Nederlandse naam hebben n.l. Eendenmossels. Het is eigenlijk geen mossel maar familie van de zeepok en valt onder de ‘kreeftachtige’. Op het eiland Ons zijn heel veel vissers die dit gevaarlijke werk doen. Ze groeien het best op rotsige bodems met sterke stroming, waar de golven met geweld op de rotsen breken. Het witte water bevat daar veel zuurstof. Belangrijk, aangezien dit beestje zijn voedsel uit schoon water moet filtreren. Alleen stoere vissers in wetsuits, wagen zich in de rotsachtige branding. Met gevaar voor lijf en leden en gezekerd aan een dunne levenslijn, wordt de Percebes met een soort breekijzer los gestoken.    In het restaurant blijkt het, het duurste van de kaart te zijn maar ik wil ze eens proeven.   Ik krijg een boordje terwijl Mart nog niets krijgt. Ik kreeg het diertje eruit, het smaakte naar iets maar ik weet niet wat. De smaak laat zich niet zo makkelijk omschrijven, maar ik denk aan het ziltige van een oester, de structuur van een scheermes en in de smaak iets van krab.  Maar voor mij is het de eerste en de laatste keer en zeker voor dat geld. Mart krijgt later toch zijn gamba’s.

De oude stad is met zijn kleine straatjes en pleinen is weer erg mooi om te zien. Hier zijn geen huizen afgebroken om het auto verkeer toegang te geven en in sommige straatjes past zelfs geen paard en wagen.

Het politie kantoor.

In het straatje parallel aan de Boulevard hoor je niets van het verkeer. Maar vind je allerlei leuke restaurantjes.

 

We gaan nog een paar dagen voor anker liggen omdat we nog niet weg kunnen, wat wel het plan was. We moeten maandag naar de elektriciteit zaak waar we boodschappen gekocht hebben maar de pin automaat haperde en moesten we het een paar maal herhalen. Op de boot heb ik de volgende dag de afschrijvingen gecontroleerd en bleek het 4 maal te zijn afgeschreven. Dus alle reden om maandag terug te gaan.

Nu we dichter bij de kade liggen horen we de gezelligheid.  Ook hier zit s’ avonds de hele kade vol met jonge inktvis vissers met een lijn en een biertje in hun hand en ze vangen meestal veel. Heerlijk kleine gefrituurde inktvisjes.

Op zondag maken we nog een mooie wandeling rondom het kasteel.En we eindige weer waar we begonnen zijn, bij een gezellige bar / restaurant. Een mooie afsluiting van ons bezoek aan Spanje.

Maandag zijn we op tijd in de winkel maar degene die over de boekhouding gaat is er nog niet dus moeten we later terug komen. Als we weer terug gaan is de bewuste persoon er maar zij heeft nog geen afschriften van de bank. We wisselen persoonlijke gegevens uit en nu maar wachten tot we het bedrag terug ontvangen. Terug op de boot laten we de bijboot leeglopen halen we het anker op en varen we weg.

De volgende bestemming is Portugal, anders dan Spanje maar ook heel mooi.

De ware ontdekkingsreis is geen speurtocht naar nieuwe landschappen,
                                                      maar het waarnemen met nieuwe ogen.                                                                             
                                                                                                    Marcel Proust