3 – Van Breehorn Casco naar Breehornblues

Er zijn van die schepen waar je jarenlang kwijlend naar kan kijken en denkt ‘later als ik groot ben…’ De Breehorn is zo’n boot.
Halve wege de jaren tachtig zagen we op de Hiswa een heel mooi zeilschip dat ons direct in het oog sprong maar dat ver boven onze begroting lag. Martin wilde zelfs niet in de boot kijken want zo iets moois konden we ons toch niet veroorloven. Later die week ben ik met een twee vriendinnen terug gegaan naar de Hiswa en heb ik wel de “Breehorn” van binnen bekeken. Maar het was een droom en die vergeet je weer. Toen we aan later aan het nadenken waren over een ander schip, ontmoeten we in België Ernst Plaum met zijn Breehorn. Een van de eerste Breehorn vaarders, die we al kende vanuit Enkhuizen waar hij met zijn boot lag. En daar zittend in een Breehorn kwam de eerste liefde weer helemaal tot leven. Ze was nog net zo mooi als in mijn dromen. En dan wordt het rekenen en een advertentie plaatsen en wachten tot er een koper komt voor ons schip. Maar een stalen S spant verkoop je niet zo makkelijk. Zeker niet eind jaren tachtig toen er heel veel polyester schepen in de markt waren. Na zeven maanden was de boot nog niet verkocht en Laus adviseerde om toch maar een romp te bestellen, ging de koop niet door dan kregen we de 5000,00 gulden aanbetaling terug. In die tijd duurde het nog even voordat een schip geleverd kon worden. In augustus 1988 kon het koop contract eindelijk aan de keuken tafel in Elahuizen getekend worden. Een droom zou uitgekomen!

Ook wij kwamen in “de kast” te staan met nummer 39. De vermelding in de kast was tevens het voorlopige koop contract, verder hadden we niets. Breehorn B.V. is begonnen als “jachtwerf Elahuizen” in Elahuizen. In het woonhuis van Laus en Batje was een klein kamertje, het kantoor en de kastdeur van de meterkast. Aan de binnenkant van die meterkast werden de nog te bouwen Breehorns genoteerd door Laus van den Berg, met blauwe viltstift, rode viltstift en potlood. Rond nummer 37 is het een rommeltje met uit gestufte nummers omdat verschillende kopers nummer 37 wilde! Maar het nummer maakte ons niet uit, we moesten toch nog een hele tijd wachten voordat we ons casco kregen en toen de oplevering datum in het najaar was, schoven we die op naar het voorjaar omdat we dan wilde beginnen met de afbouw in het voorjaar.
Regelmatig bezochten we de werf in Elahuizen en hoewel er nog weinig van onze boot te zien was wilde we de sfeer opsnuiven en zien hoe de bouw bij de andere boten verliep om te zien wat wij mee konden nemen voor onze inbouw. En natuurlijk een kopje koffie in de keuken bij Batje. Daar kwam ik er ook achter hoe gek Batje is op bloemen.


Onder het toeziend oog van Laus haalde de jongens acrobatische toeren uit om de lak aan te brengen.

Langzaam maar zeker wordt er een nieuw zeiljacht gebouwd.
Wij vroegen Laus om inbouw tekeningen, maar die waren er niet. Wel een plattegrond voor binnen, daar moesten we het mee doen. Ook vroeg ik of er plannen waren voor een polyester toilet unit. En Laus, wetende dat we veel bij Jeanneau hielpen antwoorde dat we dan maar een Jeanneau moesten kopen want daar bouwen ze alles in polyester. Ik hoefde niet verder aan te dringen, hoe makkelijk polyester schoon te maken is. Wat schetste onze verbazing toen Batje later vertelde dat Laus bezig was met een toilet.



Toen we weer in Elahuizen kwamen lag het dek op de romp en toen we binnenkwamen zagen we dat er de schaal van de toilet binnen lag. Zonder dat we het wisten had hij toch een toilet gebouwd. Laus vertelde dat deze mal bouwen wel 14 dagen werk scheelt voor zijn timmerman. Ik durfde het bijna niet te vragen naar een polyester aanrecht maar deed het toch en natuurlijk kreeg ik weer hetzelfde antwoord als de eerste keer. Ook nu vertelde Batje ons dat hij aan de keukenmal begonnen was. En inderdaad volgde toen ook nog de keuken in polyester. Maar hoe moest de keuken door de kajuit ingang. Maar geen nood Martin wist daarop het antwoord. De verdiepte bak aan bakboord werd van de keuken afgezaagd zodat deze naar binnen kon en later werd het weer aan elkaar gezet.


In Elahuizen werden de hoofdschotten door Breehorn erin gezet. Omdat we nog niet wisten wat de afwerking van de schotten zou worden, Essen of Eiken werden de ingang schotten uitgevoerd in Eiken, het werd uiteindelijk Essen. Het schuifluik en de deurtjes werden ook door hen gedaan. Ook de zeereling werd geplaatst. Ook mochten we al aan de boot werken om kosten te besparen. Zo konden we de luiken en ramen zelf plaatsen. En mochten we de mallen voor de dek bekleding gebruiken om onze bekleding te snijden en te plakken. Toen Laus zag dat onze bekleding op het dek wit was vond hij het maar niks dat we voor wit hadden gekozen.
Toen hij ook nog hoorde dat we de boot met wit Essen en Teak gingen afbouwen sprak hij helemaal zijn verbazing uit met de woorden, “dan is hij niet meer te verkopen”. Dat waren we ook niet van plan.


Mei 1990 werd de boot, achter een trekker, naar Warns gereden, en daar werd ze in aanwezigheid van familie te water gelaten, en kreeg ze de naam Blue’s, naar aanleiding van de blauwe romp en de Blue’s muziek waar we allebei van houden. Op 5 mei, onze trouwdag voeren we weg uit Warns op weg naar Warmond. Daar ging ze bij de Jeanneau werf de op kant. Het was de bedoeling om de boot eerst af te bouwen en dan pas te gaan varen. Maar omdat Martin vlak na de oplevering last van zijn rug kreeg, bezocht hij de neurochirurg en werden er foto’s gemaakt en daarop was een hernia te zien. Maar ’s avonds kwam de neurochirurg en moest Martin een stukje lopen en hij liep zo goed dat hij nog niet geopereerd werd. Het inspuiten van de contrast vloeistof had ruimte gegeven bij de tussen wervel schijf, zodat hij weer beter liep. Maar dat duurde niet lang en de pijn kwam weer terug. De maand juli hadden we vakantie maar Martin kon niet veel doen bij de boot. Maar ik wilde wel ergens mee beginnen. En terwijl hij op een stoel naast de boot zat kon ik zeven lagen primer op het onderwaterschip aanbrengen. Weer terug aan het werk op de afdeling Kinder neurologie/chirurgie vertelde ik de chirurg dat ik bang was voor een klapvoet omdat Martin last van zijn been had. Ik mocht een afspraak in het ziekenhuis maken en 14 dagen later werd hij geopereerd.


Half oktober is Martin zo ver hersteld dat hij weer zonder problemen in de boot aan de slag kan.
