19 -Van Lissabon naar Setúbal, Tróia Peninsula en Sines

We zijn ruim een week in Lissabon geweest, tijd om weer eens verder te trekken. Het is begin september op naar het zonnige zuiden. We passeren weer bekende punten maar vanaf het water ziet het er toch weer anders uit en we kunnen Martin vertellen waar we geweest zijn.

Voor de 2e maal varen we onder de Ponte de 25 Abril door. Bij de opening in 1966 werd hij vernoemd naar dictator Salazar maar na een revolutie in 1974 werd Salazar verjaagd en is de brug vernoemd naar die dag. De brug is 2,2 km. lang en 75 meter hoog. Aan de andere kant zien we de Padrão dos Descobrimentos het monument voor de ontdekkingsreizigers.

Aan de overkant het, Museu da Electricidade. Het museum van de elektriciteit opende voor het eerst zijn deuren in 1990 in een voormalige elektriciteitscentrale, de Central Tejo, Taag. Deze centrale heeft er meer dan veertig jaar voor gezorgd dat de lichten in Lissabon bleven branden. Wij zijn daar niet geweest.

Aan de andere kant zien we de Padrão dos Descobrimentos het monument voor de ontdekkingsreizigers.

 

Nadat we de Taag afgevaren waren kon er zeil gezet worden en was het een prachtige zeiltocht naar de volgende Rio. Er staat een vlak zeetje dus Marga kan rustig inslingeren en wennen aan de oceaan deining die hier ook al merkbaar is. Bij Cabo Espichel komen we in de luwte van de rotsen.

Als we de hoek om zijn merken we aan de zee dat er stroom staat met de nodige stroom rafelingen maar we hebben er geen last van. We genieten van de prachtige omgeving. Aan de ene kant prachtige glooiende heuvels en woeste rotsen afgewisseld met lieflijke strandjes. Aan de andere kant uitgestrekte vlakte met uitgestrekte stranden zover het oog rijkt.

Volgens de pilots moeten we ankeren onder het hoger gelegen fort maar daar liggen allemaal anker boeien voor de lokalen bevolking en daar tussen willen we ons anker niet gooien. Een stukje verder ligt een werf en meren schepen af. Daar kan het dus ook niet.

We gaan een stukje terug en ankeren voor een gezellig strandje. We liggen heerlijk in het zonnetje en het anker houd prima. Die nacht moeten we er een paar keer uit omdat er een flinke wind opsteekt. Door een noordelijke zeewind die tegen de hoge bergen op botst, en de warme lucht van het land ontmoet, ontstaat een valwind de Nortada. Wij liggen in de luwte van die bergen en krijgen dus die valwinden over ons heen, maar het anker houd prima. De Nortada “noordenwind” is een zomerwind langs de westkust van Portugal vanuit noordelijke richtingen, die voornamelijk voorkomt tussen juni en september.  De belangrijkste windrichting is noordnoordoost. De wind wordt voornamelijk gecreëerd door een laag boven het Iberisch schiereiland en een hoog boven de Atlantische Oceaan. De wind wordt plaatselijk versterkt door bergketens. 

 

De volgende dag gaan we kijken hoe het in de haven is. De almanak is er niet duidelijk over, het zou klein en erg druk zijn. Maar dat willen we zelf eerst zien en dan geloven. We varen om dit Ford heen.

We zien een prima haven met uitzicht over de Rio Sado met aan de overkant de nieuwe “stad” Tróia maar daarover later meer. We leggen de boot aan, aan de kop van de steiger en mogen daar blijven liggen. We liggen prima en van de ferry hebben we geen enkele last, hij vaart niet!

Setúbal is de hoofdstad van de regio en een industrie stad. Maar als je verder loopt is het een bijzonder aardig stadje met een oud centrum en auto vrije straatjes en pleinen.
Het is er gezellig winkelen als je niet naar het strand wil.                                    

Na twee nachtjes rustig slapen gaan we weer op zoek naar een ankerplek.    Varen nogmaals langs het fort en gaan de Sado rivier op.

De Sado ontspringt op 230 meter hoogte bij Serra da Vigia en 180 km. verder stroomt zij in de Atlantische oceaan. Bij de monding van de rivier verbreed ze zich in een trechtervormige monding die aan de rechter zijde diep is, waar tankers liggen maar aan de linkerzijde zandbanken heeft.

In deze delta van de rivier komt een kolonie tuimelaars voor die de invloed van de mens in zijn leefwereld goed kan weerstaan. Wij genieten er weer volop van, het is zo bijzonder om deze beesten te zien. Het lijken net spelende kinderen.

We kijken aan de duinenkant, de westkant qua diepte kunnen komen en gooien op 10 meter het anker uit. Er waait hier weinig wind en we liggen rustig. De zon zakt prachtig achter de duinen.

Als we ’s morgens wakker worden zijn we niet meer alleen maar ligt er een

vissers boot naast ons die bezig is met het binnenhalen van zijn visnetten. Hopelijk hebben ze wat gevangen!

We gaan naar de haven van Tróia, ( de duurste tot nu toe). Aan het eind van het schiereiland Tróia, naast de monding van de Rio Sado is een gigantisch vakantie dorp gebouwd. Toerisme is de belangrijkste activiteit van het schiereiland vanwege de lange stranden met uitzicht op de Atlantische Oceaan.  Er wordt nog steeds gebouwd, maar of het ooit wat gaat worden is de vraag? Er is plek  voor van alles maar er is geen sfeer, er  zijn alleen grote hotels en dure appartementen. Een supermarkt met luxe artikelen. De haven ligt aardig vol maar is net als de rest verlaten.

Wat wel prachtig is, is het eindeloze strand. Zeker met de luchten die er vandaag zijn.. zon naar het zuiden, maar….

Naar het noorden hebben we een hele andere lucht, met zelfs aan de overkant van de rivier onweer.

Het is opkomend water en al het water wil door die smalle riviermonding naar binnen. Er ontstaat dus een heksenketel van stromingen waar ik niet graag in zou willen zwemmen.

Gelukkig lopen wij naar het zuiden, de goede kant op, met zon.

De terugweg hebben we afwisselende luchten. Het ene moment is het bijna donker en het volgende moment lopen we weer in de zon.

Morgen vertrekken we naar de laatste haven van de westkust van Portugal. Sines

De volgende morgen is de wind weer gaan liggen en varen we langs de haven met de lokale vissersboten. We gaan verder via de vaargeul, aan de kant van de rotsen om de zandbanken heen naar buiten. De eerste uren op de motor maar daarna heerlijk op het zeil.

De volgende morgen is de wind weer gaan liggen en varen we langs de haven met de lokale vissersboten dat een prachtig kleurenspel geeft. We gaan verder via de vaargeul, aan de kant van de rotsen om de zandbanken heen naar buiten. De eerste uren op de motor maar daarna heerlijk op het zeil.

Wanneer we net op het ruimere water zitten komen de eerste dolfijnen ons begroeten met een duik dans om de boot. Ook later komen ze nog eens naar ons kijken, wat is het toch heerlijk om deze prachtige dieren te zien.

Niet alleen dolfijnen laten zich zien maar ook de prachtige Jan van Genten komen ons bezoeken. Sinds Noorwegen en Shetland hebben we er niet meer zo veel gezien. De zon probeert door de wolken heen te breken en maakt het buiten zitten ook aangenamer. Zeker nu  we op zeil bijna net zo hard lopen als met de motor. Ook Marga geniet van de zeiltocht.

Na een mooie tocht bereiken we Sines en ondanks alle bedrijvigheid is de haven goed te zien. We tuigen in de baai af en varen de haven in waar we een plekje vinden.

De volgende morgen vraagt het hoog gelegen dorp even een sportieve wandeling. Over het strand lopen we naar de weg toe en dan beginnen we aan de klim naar boven. We nemen de eerste weg naar boven en later blijkt dat er meerdere wegen zijn die naar het dorp gaan en ook een lift!

Beneden ons de Atlantische oceaan en naar boven zie je het Kasteel dat in de 16e eeuw werd gerestaureerd.                                                      Het kasteel van Sines heeft zijn middeleeuwse structuur behouden en zijn muren, die bekroond zijn met prachtige kantelen. Ook de donjon staat nog overeind. De muren hebben nog west gotische architectonische elementen, die hoorden bij een oudere tempel uit de 7e eeuw. Binnen zijn er twee houten plafonds, die beschilderd zijn. In één van de torens van het kasteel is nu een museum gevestigd dat is toegewijd aan de zeevaarder.

Sinus is bekend vanwege de geboorte van Vasco da Gama in 1469 en overleden in 1524 in India. Zijn vader de edelman Estevão da Gama was gouverneur van Sines en Silves. Deze had goede connecties aan het Portugese hof. Vasco da Gama’s eerste wapenfeit dateert uit 1492. Koning João 11 belastte hem met de taak represailles uit te voeren tegen Franse koopvaardijschepen in de haven van Setubal en havens in de Algarve omdat de Franse piraten,  Portugese schepen aanvielen. In 1497 vertrekt Vasco da Gama met een vloot van schepen naar India. De ontdekkingsreiziger komt op 23 mei 1498 aan in India. Er volgde nog meerdere reizen.

Dit oude vissersdorpje is door de komst van het toerisme en de industrie erg veranderd. Vandaag is het een industriële oliehaven die van groot belang is voor de Portugese economie.   In het oude centrum dat bovenop de rotsen is gebouwd kun je ronddwalen door de smalle, oude straatjes. Elk huis heeft geschiedenis, elk restaurantje ruikt verleidelijk naar gerechten tegen prijzen waar je zelf niet voor kunt koken. 

Als we een andere weg naar beneden nemen zien we het kasteel vanuit een andere hoek.

Ook deze morgen schijnt de zon weer en er staat een zwakke wind. Vanavond vertrekken we omdat we in een keer naar Portimão willen en niet in het donker aan willen komen. Ik maak met Marga nog een wandeling over de boulevard. Aan het eind van de weg komen we aan bij het strand. Hetzelfde strand dat helemaal doorloopt naar Troia.                                                                                             

We hebben het leuk gehad in dit bijzondere haventje zonder enige last van de industrie.

Hoop is een lichtje in je hart 
dat vandaag moed geeft
en morgen kracht