23 – Weer naar Portimão, en dan naar Vilamoura en Vila Real de st. Antonio

 

Voor de derde maal varen we Portimão binnen en elke keer verbaasd het mij weer hoe het hier veranderd is! Ik vond foto’s op internet hoe ik het zeker 20 jaar geleden hier aantrof en hoe het nu is. Alleen varen we nu en komen we niet met de auto binnen. Want die weg zou ik ook niet meer herkennen.

Hier boven zie je het verschil, we reden vroeger langs de bovenste huizen en daar beneden stroomde de zee of de rivier, nu staan beneden vakantie woningen.  De hele nieuwe Marina neemt een groot deel van de havenkom in, maar er is nog genoeg ruimte voor de ankerende boten.

We ankeren weer bij het kasteel. Het Fort São João do Arade ook wel het kasteel van Arade genoemd, het is een middeleeuws fort gelegen in de Arade.  De voorgevel van het fort is aan de kant van de oceaan, met een rots fundering waarop het is gebouwd. De meer lagige kantelen en barbacanes, gezien vanaf het strand van Praia Grande aan de andere kant van het fort ligt het strand, Praia da Angrinha.

De tewaterlating van de “Bo” is uitgesteld tot een latere datum. Daarom gaan we eerst met de trein naar Lagos. De haven daar vinden we veel te duur maar de plaats wil ik nog wel eens bezoeken en dan kunnen we ook gelijk bij de Bold Black Bear langs. Martin brengt de fietsen naar de haven aan de overkant en komt dan mij ophalen van de boot, vanavond laten we ze op de haven staan want morgen hebben we ze weer nodig, het station ligt aan de andere kant van de stad.  Toen we ruim een maand geleden in Portimão aankwamen zagen we nog ooievaars op de “Fabrieks” schoorstenen en daar hebben ze er een heleboel van in Portimão alleen bijna allemaal zonder fabriek. Maar nu een maand later zien we nog  maar enkele ooievaars op de schoorstenen zitten.

We gaan heen en terug met de trein van Portimão naar Lagos.

 

Als we de brug tussen Ferragudo en Portimão gepasseerd zijn, zien we de spoor brug en komen we in de wijk waar al veel nieuwe huizen staan maar ook nog vele oude gebouwen en natuurlijk schoorstenen en zo waar twee ooievaars.

Het oude station van Lagos

Ik verbaas me over het nieuwe hypermoderne station in Lagos maar het oude hebben ze gelukkig ook nog laten staan. De haven is niet ver van het station maar zoals bij veel havens zijn er hekken maar gelukkig komt er iemand naar buiten en kunnen wij erin. Helaas is er bij de boot niemand aanwezig. We vertrekken weer en gaan gezellig de stad in. We lunchen daar en lopen over de boulevard terug naar het station.

               Het is leuk om na al die jaren weer eens in Lagos te zijn. De oude kern van de stad is niet veel veranderd.                             Hier onder zijn we weer terug in  Portimão om over de brug naar Ferragudo te gaan.

De morgen na ons uitstapje gaat Martin kijken hoe het met de “Bo” gesteld is, de havenmedewerkers hebben morgen tijd om de boot te water te laten. Hij helpt Ronne nog met de laatste klusjes, want je bent met een boot nooit klaar. De volgende morgen gaan we op de fiets naar de overkant van de Rio Arade, naar  Ferragudo. Als we de brug overrijden zien we dat de boot al wordt getakeld. Als we bij de boot zijn hangt zij al in de takels.

Ik wordt met veel enthousiasme begroet door Inge en Lieke

Ze zijn helemaal in feest stemming en hebben zich daar speciaal voor gekleed. Zij beginnen nu pas aan de verre reis! Ze zijn opgestapt op de Rio Guadiana waar hun oma woont. Morgen vertrekken ze naar Madeira en daarna steeds verder.

De boot hangt in de singels, de bokken waar de boot op gestaan heeft gaan weg. De laatste spullen worden opgeruimd. En dan gaat het nu echt gebeuren!   Het is een heel eind rijden naar de plek om haar in het water te laten zakken,  alle werven hier op het terrein gebruiken dezelfde liften. Als we op de plaats van de tewaterlating zijn gaan onze fietsen naar boven op de boot. Ronne en Martin varen de boot naar de havenkom en Bauke, Inge, Lieke en ik gaan met de bijboot daar naar toe.  De mannen stappen op het laatste moment aan boord en de boot zakt het water in. Als de boot voor anker ligt moet er nog het nodige opgeruimd worden en dan kunnen ze morgen ochtend vertrekken ook zij gaan naar het zuiden.

Het word stiller in de havenkom, steeds meer boten trekken naar het zuiden, de wijde wereld in wij blijven nog tot volgend voorjaar, we hebben alle tijd.  We gaan even in de winkel onder het Fort van Santa Catarina wat boodschappen doen. Lopen nog even over het strand en daarna gaan we naar het nieuwe gedeelte van de haven naar het wekelijkse borrel uurtje van de Nederlandse zeilers. Altijd gezellig

Ik ga nog een keertje naar Portimão om boodschappen te doen en maak foto’s van de beelden op de rotonde, als je het centrum komt binnen rijden staan daar beelden van vrouwen die werkte in de visverwerkende industrie. 

Van verre kwamen ze naar Portimão om daar te werken.      De bovenste foto is de oude fabriek en die hiernaast hebben ze een afbeelding gemaakt die nu op de gevel staat van de oude fabriek die nu een museum is. 

Ode aan de zee.                                                                                In de 19e en 20e eeuw ging Portimão zich richten op het inblikken van sardientjes en makreel. Met de opkomst van de conservenindustrie en het toerisme kwam de stad tot zijn gloriejaren. In deze periode werden er meerdere conservenfabrieken gebouwd.  Ter nagedachtenis aan de hardwerkende vissers en de tradities uit die tijd, is een van de fabrieken ingericht als Museu de Portimão en natuurlijk ook voor de hard werkende vrouwen. Er staat zelfs nog een voormalige productielijn. Dit museum is een ode aan de inwoners van deze stad die eeuwen lang uitsluitend van de zee leefden.

Op de terugweg van het boodschappen doen rij ik over de lange boulevard en bewonder nogmaals de prachtige beelden die door kunstenaars zijn gemaakt. Het zijn er bijna dertig. Ik heb maar een kleine selectie hier geplaatst.                                                                              Het zijn er teveel om ze allemaal te laten zien.

Morgen gaan we Portimão echt verlaten, we willen op weg naar Ayamonte nog twee havens aandoen en dan in Ayamonte ligplaats te regelen voor enkele wintermaanden.  En daarna een paar weken de Rio Guadiana op.

Als we buiten komen is het bladstil er staat geen zuchtje wind dus de motor blijft aan en we besluiten niet door te varen naar Vila Real de Santo Antonio maar de volgende haven die we nog niet bezocht hebben, in Vilamoura te overnachten. Mogelijk hebben we morgen weer wind!                                                                          Wel wordt ons pad gekruist met prachtige dolfijnen. Ik begin te begrijpen waarom hier zoveel rondvaart boten varen met toeristen om dolfijnen te bekijken.

Vilamoura is een bewust aangelegd recreatieoord met jachthaven. Het is ontworpen door een rijke bankier uit Lissabon. In 1974 vonden de eerste bouwwerkzaamheden plaats en tegenwoordig breidt het plaatsje nog steeds meer uit. Het beslaat zo’n 20 km² en de haven is de grootste van Portugal. Toen ik hier jaren geleden bij mijn ouders op bezoek kwam en we met hen de hele kust bezochten zijn we ook hier geweest. Maar toen zag het er nog gezellig uit en was het niet zo ontzettend druk en groots als nu. Hier zou ik geen vakantie willen doorbrengen!

We blijven aan boord en drinken daar een drankje. Er is genoeg aan boord dus we hoeven de haven niet uit, ik ken de oude omgeving en Martin is niet geïnteresseerd hoe het er uit ziet! Morgen gaan we weer verder.     Als we buiten zijn staat er net genoeg wind en kunnen de zeilen omhoog en we hebben ook nog geluk dat dolfijnen ons ook nog een bezoekje brengen.

De invaart ziet er breed uit maar schijn bedriegt, er liggen veel zandbanken en daar willen we niet op verdagen.

De jachthaven ligt aan de kademuur in de rivier. Als je hier wil aanleggen ben je afhankelijk van de stroming van de rivier en deze kan aardig stromen. We varen eerst voorbij om te kunnen zien waar er plaats is. Achter een motorboot, aan de lange stijger is voldoende ruimte. Later vragen we wel of we daar mogen liggen

Het stroomt behoorlijk maar we willen de boot met de neus naar de uitgang neerleggen zodat we niet hoeven te keren als  we weggaan. Mart zijn gezegde is “je weet hoe je komt, maar je weet niet hoe je gaat”. We mogen blijven liggen van de havenmeester. We hebben mooi uitzicht over de rivier en verder naar boven zien we Ayamonte liggen. We zijn benieuwd of we daar een ligplaats kunnen regelen want die haven ligt meer beschermd. Er komt een Nederlands schip aanvaren, het is de Zephyr met Wim en Jacqueline aan boord, ook een vertrekker van dit jaar. Zei gaan de volgende dag de rivier op.

 

Dit Portugese stadje heeft een groot en prachtige mozaïeken plein, ‘Praça Marquês de Pombal’. Deze naam kwamen we in Lissabon regelmatig tegen en nu hier ook. Dit plein heeft een rand van sinaasappelbomen en als die bloeien ruiken ze heerlijk en nu de ze groeien geven ze ook weer geur af. Het plein is omgeven met prachtige witte gebouwen, winkels, cafés en restaurants met terrassen, heerlijk om wat te drinken in de zon.

Dit was oorspronkelijk de oude markthal van Vila Real.    Nu is het een cultureel centrum. Het “Centro Cultural Antonio Aleixo” met steeds wisselende tentoonstellingen.

In de drukke winkelstraat vind je het oude publieke zwembad dat niet meer in gebruik is.

Aan de kade staat het station voor de veerboot. Vanuit de haven vertrekt een veerboot die de Portugees – Spaanse grens oversteekt naar de stad Ayamonte, die de belangrijkste zuidelijke grensovergang was tot de bouw van de Puente Internacional brug in 1991

Na 2 dagen op 12 oktober varen we via het onpersoonlijke Vilamoura naar de Rio Guadiana om eerst in Vila Real de Santo Antonio om te zien hoe het daar is. Maar we hebben  snel door dat je hier vrij onrustig is en mijn voorkeur gaat nog altijd uit naar Spanje. Gezelliger, lekkerder eten en we kunnen ze beter verstaan, allemaal voordelen waar ik al lang naar uitgekeken heb. De keuze is gemaakt.

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.